Homoniemen: types en voorbeelden
Homoniemen: types en voorbeelden
Dit lexicaal-semantische fenomeen, zoals homoniem, in spraak zal geen problemen opleveren om te begrijpen als je allerlei homoniemen kent.
Het begrip "homoniemen"
Homoniemen zijn woorden die samenvallen in het klinken en schrijven, maar verschillen in lexicale betekenis en compatibiliteit met andere woorden.
Homoniemen zijn verdeeld in volledig en onvolledig.
Volledige homoniemen komen samen in al hun grammaticale vormen. Bijvoorbeeld: een sleutel (bron, lente) - een sleutel (een staaf voor het ontgrendelen van sloten); blok (bouwmateriaal) - blok (sportreceptie).
Onvolledige homoniemen komen niet overeen in hun individuele grammaticale vormen. Voorbeelden: uien (wapens) - uien (tuinplanten). Het woord "ui" in de betekenis van "plant" heeft geen meervoudsvorm.
Soorten homoniemen
Naast lexicale homoniemen, zijn er nogal wat fenomenen in de buurt van hen. De volgende typen homoniemen onderscheiden zich:
1) Homografen - woorden die op dezelfde manier geschreven zijn maar uitgesproken worden op heel andere manieren. Voorbeelden: zamok - zamok; Atlas Atlas; Iris - iris; Op de straat is er een pare-eagle parit;
2) homofonen - woorden die uitgesproken wordenhetzelfde, maar ze zijn op heel andere manieren geschreven. Voorbeelden: bedrijfscampagne; verhalen - gelukkig; spoelen - strelen; karkas - inkt; bewaker - een oud-timer; De roman is een roman; brandstichting branden;
3) Omoevormingen zijn woorden die samenvallen in hun afzonderlijke vormen. Voorbeelden: Ik behandel een zieke persoon - ik vlieg op een vliegtuig; een jonge man - zorg voor een jonge moeder.
Zo is homoniem een lexico-semantische eenheid die dient als middel om uitdrukking te geven.