Hoe een kaart van het gebied te tekenen

Hoe een kaart van het gebied te tekenen



Een kaart of een kaartom een ​​goed hulpmiddel te worden voor het bestuderen van de karakteristieken van het terrein. Werken op de kaart stelt u in staat om oriëntatievaardigheden te creëren in een onbekende omgeving en eenvoudige hulpmiddelen te gebruiken - een tablet en een kompas. Het opstellen van zo'n kaart vereist geen speciale geodetische onderzoeksvaardigheden.





Hoe een kaart van het gebied te tekenen


















Je hebt nodig




  • - de tablet;
  • - een stuk papier;
  • - een simpele potlood;
  • - kleurpotloden;
  • heerser;
  • - Protractor;
  • - de gum
  • - Het kompas.




instructie





1


Selecteer een site van het terrein, waarvan het plan isvan plan om op de kaart af te beelden. Het is wenselijk dat de site duidelijk zichtbare oriëntatiepunten heeft - natuurlijke of kunstmatige objecten, bijvoorbeeld afzonderlijk staande hoge bomen, woongebouwen of bijgebouwen.





2


Bepaal het punt waarop de enquête zal worden uitgevoerd. Daar vandaan moet het hele gebied van het terrein dat u op de kaart plaatst duidelijk zichtbaar zijn. Het beste panorama opent vanuit open en verhoogde plaatsen.





3


Stel de schaal van het toekomstplan in. Een van de regels voor het in kaart brengen is dat alle objecten erop in gereduceerde vorm worden weergegeven. De afstand tussen objecten moet een bepaald aantal keren worden verminderd in vergelijking met een vergelijkbare afstand op de grond. Voor een klein perceel dat in een paar honderd meter past, kunt u een schaal nemen waarbij in één centimeter 25 of 50 meter past.





4


Oriënteer uw werktablet. Om dit te doen, plaatst u het kompas op het oppervlak en bepaalt u de richting naar het noorden. Draai de tablet nu zo dat de kompasnaald evenwijdig loopt aan de rechterrand. Teken een pijl omhoog in de rechterbovenhoek; het geeft aan dat de richting niet naar het noorden is.





5


Markeer het punt op de kaart waarmee u aan het fotograferen bent. Het zal dienen als een soort startpunt, waaraan alle andere objecten die worden toegepast op het terreinplan worden gekoppeld.





6


Zet op de kaart met een eenvoudig potloodbezienswaardigheden. Het kan een vrijstaande boom zijn of een bosrand, een wegafslag of een rivierbocht, een brug over de rivier, een hoogspanningslijn, een watertoren enzovoort.





7


Voor elk van de geselecteerde punten met behulp van een kompasbepaal de azimut, dat is de hoek tussen de richting naar het noorden en het oriëntatiepunt. Stel met behulp van de hoekmeter de hoek in die overeenkomt met de azimut op de plattegrond en teken een stevige hulplijn in deze richting.





8


Zet op de hulplijn de lengte van de lijn uitvanaf het moment van schieten tot het oriëntatiepunt. Meet de afstand in de gemakkelijkste stappen door ze in meters te vertalen. Houd bij het plotten van afstanden op een kaart rekening met de gekozen schaal. Onderteken het geconstrueerde punt door de juiste naam te selecteren.





9


Na het toepassen van alle geselecteerde oriëntatiepuntenduid de contouren aan van de hoofdplanobjecten (meer, rivier, weg, hoogspanningslijn, ravijn, etc.). Kleurpotloden gebruiken, tekenen met conventionele tekens, wat wordt er in beslag genomen door het gebied: moeras, bouwland, bos, weide, waterkering en andere grote objecten met grenzen.





10


Verwijder de gumlijnen. Zet op de kaart de namen van de objecten en de afstanden ertussen. Geef tenslotte het plan een betekenisvolle titel en specificeer de schaal van het beeld. Nu is je kaart klaar voor gebruik.