Het is makkelijk om het geval van de Russische taal te herinneren

Het is makkelijk om het geval van de Russische taal te herinneren



Er zijn zes gevallen in de Russische taal. Elk van hen heeft zijn eigen vragen en verandert daarom zijn woord op zijn eigen manier. Om gevallen goed en snel te onthouden, kunt u enkele tips gebruiken.





Het is makkelijk om het geval van de Russische taal te herinneren


















instructie





1


Modern Russisch heeft zes gevallen:Nominatief (antwoord op de vragen: wie) - kat stoel, genitief (? Van wie dan) - katten, voorzitter; Dative (? Wat) - de kat, stoel, accusatief (? Wie dat) - een kat, een stoel, een instrumentaal (door wat?) - een kat, een stoel, een voorspel (over wie? over wat?) - over een kat, een stoel.





2


Onthoud snel dat de volgorde van deze gevallen zal helpeneen klein gedicht: Ivan Hij dat een meisje verwekte, besteld Drag Pelenku.Ili Ivan Hij dat Daronku verwekte, besteld Drag Pelenku.Nachalnye letters van de woorden van de verzen samenvallen met de eerste letters van de namen van de gevallen: I - nominatief, P - genitief, D - derde naamval, In - accusatief, T - instrumentaal, P - voorzetselvoorwerp. Dergelijke poëzie kan worden gebruikt om zichzelf te helpen, en over het omgaan met gevallen zal de Russische taallessen eeuw school.





3


Als de volgorde van de gevallen heel eenvoudig te onthouden is, danhun vragen zullen iets meer aandacht en tijd vergen. Bij het onthouden van casusvragen kunnen "hulpwoorden" helpen. Sommigen van hen worden gecombineerd met de namen van gevallen in betekenis, en vergemakkelijken daarom het memorisatieproces.De nominatieve zaak: er is geen hulpwoord hier, omdat het niet moeilijk is om de vragen van deze zaak te onthouden. Bijvoorbeeld: de rivier, de zoon. Het degeneratieve geval: het woord "nee". Niemand? Er is niets? (nee) van de rivier, (nee) zoon. Inlevingsgeval: het woord "geven" of "doneren". Om aan wie te geven? Geef wat? (geef) de rivier, (geef) de zoon. De inscriptie: het woord "schuld". Wie beschuldigen? Beschuldig het? (de schuld) de rivier, (schuld) zoon. Het letterlijke geval: het woord 'trots'. Om goed te zijn door wie? Ben je trots op wat? (trotse) rivier, (trotse) sonom. Prelozhny zaak: het woord "praten". Om over wie te praten? Praten over wat? (praten) over de rivier, (praten) over de zoon. Het gebruik van deze hulpwoorden helpt om de vragen van gevallen correct en snel te onthouden.