Hoe vertel je van een familie in het Engels

Hoe vertel je van een familie in het Engels



Het thema van het gezin is een van de belangrijkste in de studie van het Engels. Het is belangrijk om correct en nauwkeurig voorstellen te kunnen bouwen. De basis van het verhaal kan op een sjabloon worden gebaseerd.





Hoe vertel je van een familie in het Engels


















instructie





1


Presentatie en een kort verhaal over jezelf. Mijn naam is .... (Mijn naam is * vervang de naam *). Ik ben ... jaar oud. (Ik vervang het nummer * jaar). Ik studeer op school / universiteit.





2


Algemene informatie over het gezin. Mijn familie is niet groot. Ik heb een moeder / vader / grootmoeder / grootvader / broer / zus / oom / tante (ik heb een moeder / vader / grootouder / broer / zus / oom / tante). (We * vervangen het nummer * in de familie).





3


Verhaal over mijn moeder. Mijn moeder is een aantrekkelijke vrouw met bruin / wit / zwart haar. Ze is maar ze ziet er veel jonger uit (Ze * heeft het aantal * jaren aangegeven, maar ze ziet er veel jonger uit). Mijn moeder is een leraar / kapper / naaister / manager / directeur (mijn moeder is een leraar / kapper / naaister / manager / directeur). Mijn moeder is goed / zorgzaam / teder. (Mijn moeder is goed / zorgzaam / zacht).





4


Verhaal over de paus. Mijn vader is programmeur / monteur / brandweer / politie / manager / directeur / loodgieter / elektricien (mijn vader is fitter / brandweerman / politieagent / manager / directeur / loodgieter / elektricien). Hij is ... jaar oud (hij * vervangt het aantal * jaren). Mijn vader is mannelijk / vet (mijn vader is dapper / moedig). (Ik ben erg trots op mijn vader, maar er is één min, hij werkt vaak overuren).





5


Naar analogie kun je vertellen over andere leden van de familie.





6


Verhaal over een gezamenlijk tijdverdrijf. Mijn vader en ik gaan samen vissen. Mijn moeder en ik koken en maken samen schoon. (Als we vrije tijd hebben, besteden we het samen). We gaan graag naar het theater / bioscoop. We lopen altijd in het park (we lopen vaak in het park). In de zomer gaan we naar de rivier en gaan naar het land). Soms gaan we naar het bos om bessen en paddenstoelen te verzamelen (soms gaan we naar het bos voor bessen en paddenstoelen). In de winter gaan we skiën en schaatsen (in de winter skaten en skiën we)





7


Korte beschrijving van relaties in het gezin. Mijn familie is erg vriendelijk en sterk en we helpen elkaar altijd. Mijn familie is de beste. Ik hou van mijn familieleden (ik hou van mijn familieleden).