Hoe maak je formules in Excel?
Hoe maak je formules in Excel?
Excel-tabellen worden gebruikt voor gegevensverwerking,Taken worden aan het programma geschreven met speciale uitdrukkingen - formules. Ze kunnen rekenkundig en logisch zijn. U kunt op maat gemaakte formules toepassen of zelf maken.
instructie
1
Formules in het Excel-programma zijn berekeningenen deze uitdrukkingen beginnen met het gelijke teken. Symbool aanduiding op het toetsenbord. Typ in een cel in de Excel-tabel type =, dan een rekenkundige invoer. Nadat u de uitdrukking voor berekening hebt ingevoerd, drukt u op Enter. U ziet het resultaat van de berekening. Een voorbeeld kan van enige complexiteit zijn, de volgorde van acties wordt bepaald door de volgorde van haakjes.
2
Om meerdere parameters te berekenen, vul inExcel spreadsheet. In cel A1, schrijf de titel "Naam", in cel B1 "Hoeveelheid" en in cel C1 "Prijs". Zo werd een koptekst verkregen. Voer in de tabel meerdere objecten in met vermelding van hoeveelheid en prijs. De data array is klaar. In cel D1, schrijf het "Bedrag" in. Deze parameter moet worden berekend.
3
Stel het berekeningsalgoritme in op het programma. Typ in cel D2 de = teken. U begon de formule in te voeren. Voer dan "B2" in. Om dit te doen, kunt u simpelweg op cel B2 klikken. Geef de actie op, voor dit type het vermenigvuldigingsbord *. Voer de tweede factor in door op cel C2 te klikken. Voltooi de taak door op Enter te drukken. In cel D2 ziet u het resultaat van de berekening.
4
Klik op cel D2 en kijk naar de lijnformules bovenaan de tafel. U zult zien gegeven door de formule: f (x) = B2 * C2Esli nu de nummers veranderen in de cellen B2 en C2, wordt de nieuwe resultaat cel D2 in. Het programma zal met de nieuwe gegevens de actie uitvoeren die is opgegeven door de formule voor deze rij in de tabel. U kunt een uitdrukking voor berekening direct in de formulebalk zetten.
5
Naast de rekenkunde in Excel, zijn er ooklogische formules. Begin ook de invoer van de logische formule met het = teken. Geef de taak in de juiste cel of de formulebalk: = IF ([voorwaarde, die het programma controleert] [-expressie in de cel als aan de voorwaarde] [nummer in cel als de voorwaarde onwaar])