Hoe ik pictogrammen terugsturen

Hoe ik pictogrammen terugsturen


In het Windows-besturingssysteem kan het uiterlijk van de verschillende elementen naar uw eigen smaak worden aangepast. Als je veranderd bent pictogrammen voor bestanden en mappen en besluit ze nu terug te zetten naar de standaardweergave, moet u verschillende acties uitvoeren.



Hoe ik pictogrammen terugsturen


instructie


1


Retourneer de normale weergave naar de pictogrammen van items zoals"Volledige / lege prullenbak", "Mijn documenten", "Netwerkomgeving" en "Mijn computer" zijn toegankelijk via het "Scherm" -onderdeel. Open het Configuratiescherm met de Windows-toets of de Start-knop. Selecteer in de categorie "Vormgeving en thema's" het pictogram "Scherm". U kunt ook met de rechtermuisknop op het bureaublad klikken en Eigenschappen in het vervolgkeuzemenu selecteren.


2


Een nieuw dialoogvenster "Eigenschappen: Scherm" wordt geopend. Ga naar het op het tabblad "Desktop" en klik op de knop "Bureaublad aanpassen" onderaan het venster. In het extra dialoogvenster maakt u het tabblad "Algemeen" actief, selecteert u het pictogram voor het item waarvan u de weergave wilt wijzigen en klikt u op de knop "Normaal pictogram". Herhaal de stappen voor pictogrammen elk element en pas de nieuwe instellingen toe.


3


Om de standaardweergave terug te brengen naar alle pictogrammen tegelijk,kan het klassieke Windows-thema kiezen. Ga hiervoor naar het tabblad "Thema's" in hetzelfde venster "Eigenschappen: Scherm". Gebruik in de groep "Thema" de vervolgkeuzelijst om het ontwerp te selecteren dat bij u past en sla de wijzigingen op door op de knop "Toepassen" te klikken.


4


Om een ​​klassiek pictogram te retournerengebruikersmap, verplaats de cursor ernaar en klik er met de rechtermuisknop op. Klik in het snelmenu op Eigenschappen. Ga in het geopende dialoogvenster naar het tabblad Instellingen en klik op de knop Pictogram wijzigen in de groep Mappictogrammen. Een extra venster wordt geopend, klik erop in de knop "Standaardwaarden herstellen" en sla de nieuwe instellingen op.


5


Als u het pictogram voor de snelkoppeling van het programma hebt gewijzigd, enNu u zijn vorige verschijning wilt herstellen, klikt u met de rechtermuisknop op de snelkoppeling en selecteert u "Eigenschappen" in het contextmenu. Klik in het geopende venster op het tabblad "Label". Kijk naar de map waarin het programma zich bevindt in het veld "Werkmap" en klik op de knop "Pictogram wijzigen".


6


Klik in het aanvullende venster op de knop "Bladeren" enga naar de map waar het programma is opgeslagen. Voor het pictogram geeft u het opstartbestand van het programma op, past u de instellingen toe met de knoppen "Toepassen" en OK.